41 weken: inleiden of afwachten?
Wat als je de 40 weken gepasseerd bent?
Wanneer je uitgerekende datum dichterbij komt, worden veel zwangeren toch wel een beetje nerveus of onrustig. Want wat nu? Je krijgt iedere dag berichtjes van vrienden en familie met de brandende vraag of je kindje er al is. En als je even niet reageert of ’s nachts online bent… Dan staan ze het liefst al voor de deur voor beschuit met muisjes. Lief bedoeld natuurlijk, maar het kan ook behoorlijk wat onrust geven.
De meeste kindjes worden zo ergens tussen de 37 en 42 weken geboren. Maar als je dan naar de cijfers kijkt dan wordt slechts 4-5% van de kinderen op de uitgerekende datum geboren. De kans dat je uitgerekende datum dus ook echt de geboortedag van jouw kindje gaat worden is dus eigenlijk niet zo heel groot.
Wat als je kindje er op de uitgerekende datum nog niet is?
Dat is een vraag die wij als verloskundigen regelmatig krijgen, want wat als je kindje er op de uitgerekende datum nog niet is? Laatst zei een vrouw op het spreekuur tegen mij: “Manon, ik ben nu over de datum, wat nu?” Waarop ik zei: lieverd, je hebt ten minste houdbaar tot en te gebruiken tot.
Omtrent bevallen is het dus ten minste houdbaar tot! Want hier in Nederland bevallen de meeste vrouwen dus tussen de 37 en 42 weken met een gemiddelde bij 40+5 weken bij een eerste bevalling en 40+3 bij een volgende bevalling. Dus wanneer je kindje er met 40 weken nog niet is, is dat echt niet abnormaal! Zie die 40 weken daarom niet als een deadline, het is oke! De meeste kindjes komen tenslotte zo tegen de 41 weken aan.
Het gaat er natuurlijk wel om dat jij je goed voelt en dat ook je kindje zich goed voelt in de buik. Dat is iets wat wij tijdens laatste weken van je zwangerschap dan ook nauwlettend in de gaten houden. Vanaf 36 weken kom je namelijk wekelijks op controle bij de verloskundige, houdt zij je bloeddruk, de groei en hartslag van je kindje goed in de gaten.
40 weken
Rond de 40 weken zal je verloskundige met je bespreken hoe je erin staat. Niet omdat we geen tijd meer hebben, maar omdat het wel fijn is om al wat meer uitleg te krijgen over de komende weken/dagen die er volgen.
Na de 42 weken zien we dat de functie van de placenta, het orgaan wat jouw kindje van voedingsstoffen en van zuurstof voorziet, langzaam achteruit gaat. Na deze termijn kan jouw kindje daar dus op enig moment last van krijgen en dat is iets wat we niet willen.
Daarom zal jouw zorgverlener bij zo’n 40 weken je wensen met je doornemen. Want wat zou je willen als je bijvoorbeeld bij 41 weken niet bevallen bent? Je kunt er dan voor kiezen om nog rustig af te wachten, om daarnaast te starten met strippen, maar ook mag je met deze termijn kiezen voor een inleiding.
Deze verschillende opties zullen we stap voor stap even doornemen, dit zodat je al wat achtergrondinformatie hebt. Informatie welke tegen die tijd wellicht fijn is om al te hebben.
Maar onthoud dus: het is helemaal oke als jouw kindje wat langer de tijd neemt, de meeste kindjes doen dat. Want als je dit gesprek zo rond de 40 weken met je zorgverlener hebt, dan is de kans echt het grootst dat je kindje gewoon spontaan geboren zal worden ergens de komende dagen.
Wat zijn de opties als je met 41 weken nog niet bevallen bent?
Allereerst afwachten
Je kunt ervoor kiezen om nog rustig af te wachten bij 41 weken. Wat je in deze periode zou kunnen doen is lekker focussen op ontspanning, in je eigen bubbel kruipen, wandelingen maken als dat nog gaat. En bijvoorbeeld nog een heerlijke massage inplannen. Ook zou je kunnen kijken naar acupunctuur of voetreflextherapie. Beiden kunnen heel effectief zijn, vergroten de ontspanning en daarmee ook de kans op bevallen.
Wel zal er zo rond de 41 weken zullen er 1 of 2 extra controles plaatsvinden waaronder een controle in het ziekenhuis, een zogenoemde serotiniteitscontrole. Tijdens deze controle zal er een hartfilmpje (CTG) van je kindje gemaakt worden om te kijken hoe hij/zij het doet. Ook wordt er meestal een echo gemaakt om de hoeveelheid vruchtwater en de functie van de placenta te beoordelen.
Wanneer deze serotiniteitscontrole goed is, is het veilig om af te wachten. Wanneer er bijzonderheden zijn zullen die uiteraard met je besproken worden en zullen alle voor- en nadelen uitgelegd worden zodat jij een weloverwogen keuze kunt maken (afwachten of bijvoorbeeld inleiden). Als alles goed was, is het dus veilig om af te wachten. Dan kan er in de opvolgende dagen eventueel, indien jij dit zou willen, gestart kunnen worden met strippen.
Strippen
Wellicht is het iets waar je al eens van gehoord hebt. Zo niet, dan zal je vast denken: wat is strippen? Wat gaan jullie dan doen?
Strippen is een manier om je lichaam een setje te geven. Dit doen we door tijdens een inwendig onderzoek de vliezen los te woelen van de baarmoedermond. Normaal gesproken zitten de vliezen een beetje aan de baarmoedermond vastgeplakt. Door deze los te woelen, komen er hormonen vrij welke net dát setje voor je lijf kunnen zijn om te gaan bevallen. Om bij de vliezen te kunnen is er wel minimaal 1 cm ontsluiting nodig. Is er nog geen ontsluiting? Dan kunnen we niet strippen.
Strippen wordt meestal ingezet wanneer je de 41 weken gepasseerd hebt. Dit omdat uit onderzoek is gebleken dat strippen het meest effect heeft na de 41 weken. Strippen wordt zo nu en dan, veelal op indicatie, ook voor de 41 weken ingezet. Bijvoorbeeld als je het die laatste weken van je zwangerschap erg zwaar vindt of als we het idee hebben dat jouw kindje erg groot is. Dat is iets wat dan uitgebreid met je besproken zal worden. Echter is de kans dan minder groot dat je er ook echt door gaat bevallen en is er ook een kans aanwezig dat je zorgverlener nog niet kan strippen; wanneer je nog geen ontsluiting hebt.
Het kunstmatig breken van de vliezen
Wanneer je bij 41+5/6 weken nog niet bevallen zijn en wel 2/3 centimeter ontsluiting hebben, wellicht door het strippen en de daaropvolgende krampen bijvoorbeeld, zouden we de vliezen thuis of in het ziekenhuis kunstmatig kunnen breken. De baarmoedermond moet wel rijp genoeg voelen om dit te kunnen doen. Wanneer er nog nagenoeg geen ontsluiting is, kunnen wij niet goed bij de vliezen. Vandaar dat wij 2-3 centimeter nodig hebben om ze goed te kunnen breken.
In overleg met je zorgverlener zal dit thuis of in het ziekenhuis gedaan worden. Door het breken van de vliezen komen er extra hormonen vrij in je lijf welke hét setje kunnen zijn voor je lijf om daarop weeën te gaan maken.
Een inleiding
Een andere manier van een start van de bevalling is een inleiding. Vanaf 41 weken kun je er hier in Nederland voor kiezen om ingeleid te worden. Die keuze heb je ook. Ook wanneer je bij 42 weken nog niet bevallen bent, zal er over een inleiding gesproken worden.
Er kan ook een medische reden zijn voor een inleiding. Bijvoorbeeld, jij ontwikkeld in de laatste weken van je zwangerschap een hoge bloeddruk, of je voelt je kindje bijvoorbeeld aanhoudend minder bewegen en het lijkt ons voor jou en/of de conditie van je kindje, verstandiger om de baby geboren te laten worden. Dan zal een inleiding en alle voor- en nadelen daarvan met je besproken worden.
De manier waarop een inleiding dus gestart wordt, is afhankelijk van hoe jouw baarmoedermond op dat moment aanvoelt. Hoe rijp jouw baarmoedermond is.
En met rijpheid bedoel ik hoe voelt je baarmoedermond? Is hij zo zacht zoals je tong of nog zo hard al je neus? Is het nog een lang tuutje van zo’n 4 cm of is hij al deels of volledig plat geworden? En is er al ontsluiting? Afhankelijk van de bevindingen van de arts of klinische verloskundige zal er een plan gemaakt worden:
- Je baarmoedermond is nog niet rijp (genoeg): Medicijnen om het rijpingsproces in gang te zetten
- Je baarmoedermond voelt rijp, maar er is nog geen 2-3 cm ontsluiting: Een ballonkatheter in je baarmoedermond om daarmee de baarmoedermond 2-3 centimeter te doen openen
- Je hebt 2-3 centimeter ontsluiting (spontaan of na het inzetten van de vorige stappen): Het kunstmatig breken van de vliezen.
- De vliezen zijn gebroken, maar je maakt geen spontane weeën: Het starten met wee-opwekkers (oxytocine) via het infuus.
Nederlands onderzoek
Enige tijd geleden werd er een Zweeds onderzoek (de SWEPIS studie) gepubliceerd. Een onderzoek welke veel onrust gaf onder zwangeren in Nederland. Echter is het goed om te weten dat er in Nederland ook een grote studie is gedaan om te kijken naar de veiligheid van inleiden versus afwachten. Daarnaast werden de conclusies en onderzoeksgroepen uit het Zweedse onderzoek verkeerd geïnterpreteerd en werd er geen standaard serotiniteitscontrole uitgevoerd.
Daarom is het goed om de onderzoeksresultaten van de Nederlandse studie te bespreken. Tussen 2012 en 2016 is er in Nederland namelijk een groot onderzoek gedaan onder ruim 1800 zwangeren, de INDEX studie(2). Hierbij werden de uitkomsten vergeleken tussen twee verschillende groepen:
- Groep 1: Inleiden bij 41 weken
- Groep 2: Inleiden bij 42 weken
Dit onderzoek concludeerde dat het risico op ernstige uitkomsten (sterfte voor de geboorte, lage apgar score en/of een opname op de NICU) laag was in beide groepen. Er zijn tijdens deze studie geen baby’s na de bevalling overleden en er was tevens geen verschil in het percentage vrouwen dat een keizersnede onderging. Het onderzoek concludeerde daarmee dat er geen hogere kans op sterfte is tussen week 41 en week 42 van je zwangerschap.
De INDEX studie laat hiermee tevens ook zien dat inleiden bij 41 weken geen hogere risico’s met zich mee brengt. In Nederland wordt goede risicoselectie toegepast en worden er extra controles ingepland tussen de 41e en 42e zwangerschapsweek. Deze controles lijken dus te leiden tot betere uitkomsten in Nederland in vergelijking met Zweden. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat het aantal inleidingen tussen de 41e en 42e zwangerschapsweek (wegens de conditie van moeder en/of kind) in Nederland hoger lag in vergelijking met de Zweedse studie (2).
De beroepsgroep van verloskundigen (KNOV ) en de beroepsgroep van gynaecologen (NVOG) hebben besloten een keuzehulp voor jou als zwangere te maken. Deze keuzehulp helpt je rond de 41 weken om een keuze te maken of je ingeleid zou willen worden of nog wilt afwachten. Dit laatste is namelijk een keuze in Nederland.
Over het algemeen zal de verloskundige rond de 40 weken een gesprek met je inplannen over je wensen. Feit is dat het heel normaal is dat je kindje er nog niet is op de uitgerekende datum. De meeste kinderen komen zo rond de 41 weken. Zie die uitgerekende datum daarom niet als een onwijze deadline. Na de 40 weken is het mogelijk om: af te wachten, rond te strippen, ingeleid te worden bij 41 weken of af te wachten tot 42 weken. Wanneer je de 41 weken gepasseerd hebt, zal de verloskundige een extra controle in het ziekenhuis plannen (serotiniteitscontrole) waarbij de conditie van de baby (en placenta) goed in kaart worden gebracht middels een echo en een CTG (hartfilmpje van de baby). Indien er tijdens deze controle afwijkende bevindingen naar boven komen, zal de gynaecoloog deze met jullie bespreken, het hebben over de eventuele bijkomende risico’s en een advies uitbrengen, bijvoorbeeld het advies tot (eerder) inleiden wegens afwijkende conditie van de baby/placenta.
Nadelen van een inleiding
Bij het kunstmatig opwekken van de baring, hebben vrouwen vaker medicamenteuze pijnstilling nodig (2), worden er meer interventies uitgevoerd, duurt de bevalling gemiddeld langer en is er over het algemeen geen sprake is van continuïteit van de zorgverlener. Vrouwen hebben na een ingeleide bevalling vaker een negatieve bevalervaring in vergelijking met vrouwen waarbij de bevalling spontaan begon(3). Daarnaast ervaren vrouwen vaker gevoelens van angst en hebben zij vaker depressieve klachten na een ingeleide bevalling(4). In verschillende literatuur wordt aangegeven dat het ingrijpen in het normale geboorteproces leidt tot een hormonale verstoring bij moeder en kind en er vaker infecties, chronische ziekten, geelzucht en atopische ziekten gezien worden bij kinderen van gezonde zwangeren die waren ingeleid(5,6). Verschillende studies laten zien dat, wanneer iedere vrouw bij 41 weken wordt ingeleid, dit tot een stijging in het aantal keizersnedes zal leiden(7).
Daarnaast is voor veel vrouwen onbekend hoe een inleiding in zijn werk gaat. Daarom is het belangrijk dat wanneer je ingeleid zal worden, je goed weet wat je te wachten staat en wat het verschil is met een bevalling die op een natuurlijke manier start. Dit zullen wij tijdens onze cursussen dan ook goed met jullie bespreken.
Opties in Nederland
Het is belangrijk dat je je wensen, vragen en eventuele zorgen bespreekt met je verloskundige. Rond de 40e zwangerschapsweek zal de verloskundige alle verschillende opties met je bespreken en je ondersteunen in je keuze. Wanneer je eerder de behoefte voelt om met je verloskundige te spreken over het ‘over tijd’ gaan, is dit iets wat je altijd kunt aangeven.
Strippen
Zoals besproken kun je er ook voor kiezen om gestript te worden. Strippen is effectief bewezen waarbij we, middels inwendig onderzoek, de vliezen loswoelen/masseren van je baarmoedermond. Hierbij komen hormonen vrij die de bevalling op gang kunnen brengen. Het kan er echter ook voor zorgen dat de bevalling niet direct begint, maar je baarmoedermond wel ‘rijper’ wordt voor de bevalling en dat de verloskundige het 2 dagen later nog eens herhaalt. Door het strippen kan het zijn dat je een nacht slecht slaapt door harde buiken, je wat bloedverlies hebt (wanneer vergelijkbaar met een normale menstruatie, is het reden om contact op te nemen met je verloskundige) en er is een kleine kans dat tijdens het strippen je vliezen breken. Het is een veilige manier om te proberen te bevalling op een natuurlijke manier te laten starten.
Blogpostfoto: Laura de Winter Fotografie
Bronnen
- Wennerholm UB, Saltvedt S, Wessberg A, Alkmark M, Bergh C. Induction of labour at 41 weeks versus expectant management and induction of labour at 42 weeks (SWEdish Post-term Induction Study, SWEPIS): multicentre, open label, randomised, superiority trial. Br Med J. 2019;367(16131).
- Keulen JKJ, Bruinsma A, Kortekaas JC, Van Dillen J, Bossuyt PMM, Oudijk MA, et al. Induction of labour at 41 weeks versus expectant management until 42 weeks (INDEX): Multicentre, randomised non- inferiority trial. Obstet Gynecol Surv. 2019;74(7):381–3.
- Hildingsson I, Karlstrom A, Nystedt A. Women’s experiences of induction of labour – Findings from a Swedish regional study. ANZJOG. 2011;
- Kroll-Desrosiers A, Nephew B, Babb J, Guilarte-Walker Y, Moore Simas T, Deligiannidis K. Association of peripartum synthetic oxytocin administration and depressive and anxiety disorders within the first postpartum year. Depress Anxiety. 2017;34(2):137–46.
- Phaneuf S, Rodriguez Linares B, TambyRaja R, Mackenzie I, Lopez Bernal A. Loss of myometrial oxytocin receptors during oxytocin-induced and oxytocin-augmented labour. J Reprod Fertil. 2000;120(1):91-7.
- Peters LL, Thornton C, de Jonge A, Khashan A, Tracy M, Downe S, et al. The effect of medical and operative birth interventions on child health outcomes in the first 28 days and up to 5 years of age: A linked data population-based cohort study. Birth. 2018;00:1–11.
- Rydahl E, Eriksen L, Juhl M. Effects of induction of labor prior to post-term in low-risk pregnancies: A systematic review. JBI Database Syst Rev Implement Reports. 2019;17(2):170-208.